Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dewelken kwamen met [3]Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Seraja, Reelaja, Mordechai, Bilsan, Mizpar, Bigvai, Rehum [en] Baena. [Dit] is het getal der mannen des [4]volks van Israel. 3. Zie boven, hfdst.1 vs.8. Deze wordt Soro-babel genoemd, Matth.1:13. Jesua [anders Jozua] was priester. Zie onder, hfdst.3 vs.2,9; Hag.1:1. Dezen waren hoofden en leidslieden des volks, met de andere oversten hierbij genoemd. Vergelijk dit register [dat sommigen menen in Babylonie gesteld te zijn] met het andere. Neh.7:6,7, enz., hetwelk gesteld, of immers overzien, schijnt te wezen in Juda, enigen tijd na de aankomst; er is enige verscheidenheid van namen en getal, overmits enige opgetekenden mogen achtergebleven of onderweg gestorven zijn, en andere naderhand aangekomen en bijgevoegd, gelijk in zulke optochten pleegt te gebeuren. Ook worden sommige namen verscheidenlijk in beide plaatsen gesteld, gelijk de lezer uit de vergelijking zal vernemen. 4. Des gemenen volks, die onder het beleid van de voorgenoemde hoofden optogen.